De vier gedragstypen in de Kanjertraining
Kinderen gedragen zich verschillend in bepaalde situaties. De meeste kinderen zijn te vertrouwen. Ze zijn vriendelijk, behulpzaam, en op een leuke manier grappig of stoer. Maar het kan ook doorslaan. Dan gedragen kinderen zich te meegaand uit angst; lachen elkaar uit, of doen vervelend stoer. Aan de jongste kinderen wordt het als volgt uitgelegd:
De tijger (witte pet) is zichzelf, te vertrouwen en behulpzaam. Zonder witte pet moet tijger ervoor oppassen niet naïef of bemoeizuchtig te worden.
Het konijn (gele pet) gedraagt zich vriendelijk, netjes en inlevend, zonder witte pet trekt konijn zich echter terug en doet bang.
De aap (rode pet) gedraagt zich op een blijmoedige manier en heeft humor, zonder witte pet gaat aap echter meelopen en slooft zich uit.
De vogel (blauwe pet) vertoont leider- schapsgedrag en durft initiatief te nemen. Zonder witte pet speelt vogel echter de baas, zoekt ruzie en kan gaan pesten.
Bij de oudere kinderen wordt dit uitgelegd aan de hand van gekleurde petten.
Groepsvorming
Ook hebben we veel aandacht voor de groepsvorming. Elke groep is anders en ontwikkelt zich anders. We gunnen elk kind een plekje in een groep waar respect voor ieder is en waar zich fijn en veilig voelen. Om dit te bereiken doen we veel samenwerkingsopdrachten en vertrouwensspellen. Deze spellen komen het gehele jaar terug, maar met name na de zomervakantie en kerstvakantie. Dit noemen we de Gouden en Zilveren weken.
Gouden Weken
De eerste weken van het schooljaar noemen we de ‘gouden weken’. Dit is de tijd waarin de basis wordt gelegd voor een goede sfeer in de klas. In deze periode leren de kinderen elkaar (opnieuw) kennen en werken we aan het groepsgevoel. We besteden extra aandacht aan samenwerking, respect en duidelijke afspraken. Het doel is dat elk kind zich veilig en welkom voelt, zodat ze het hele schooljaar prettig kunnen leren en spelen.
Zilveren Weken
Na de kerstvakantie beginnen de ‘zilveren weken’. Dit is een moment om de sfeer in de klas opnieuw te versterken. De kinderen komen na een lange vakantie terug, en we vinden het belangrijk om dan weer even stil te staan bij hoe we met elkaar omgaan. We herhalen belangrijke afspraken en besteden opnieuw aandacht aan samenwerking en respect. Het groepsvormingsproces doorloopt een aantal fases. Dit patroon is zichtbaar in de Gouden en Zilveren weken. De precieze duur kan per fase en groep verschillen. De volgende fases volgen elkaar chronologisch op:
Forming
De leerlingen uit de groep kennen elkaar nog niet, of als de groep vorig jaar al bij elkaar was, weten de leerlingen uit de groep niet of alles bij het oude is gebleven. In deze fase zijn de activiteiten vooral gericht op kennismaken, het leren kennen van de leerlingen onderling, maar ook leerling – leerkracht. Storming De leerlingen in de groep weten ondertussen een beetje wat ze van de anderen kunnen verwachten. In deze fase zijn de leerlingen vooral op zoek naar de grenzen binnen de groep en hun eigen plekje in de groep. In deze fase is de groep vaak wat onrustiger.
Norming
In deze fase worden de regels bepaald. Wanneer hierin de leiding door de leerkracht niet wordt gepakt, maakt de groep zijn eigen (ongeschreven)regels en afspraken. Deze zijn vaak niet wenselijk voor de hele groep. Hierin is het belangrijk dat de leerkracht samen met de groep de regels bepaald. Op deze manier wordt deze fase bewust naar voren getrokken en zal de storming fase rustiger verlopen, de regels zijn immers al bekend. De leerkracht en de leerlingen zetten hun naam en handtekening onder de groepsregels.
Performing
Bij een positieve groepsvorming zijn de leerlingen in deze fase productief en kunnen de leerlingen zich ontwikkelen binnen een veilige omgeving. Wanneer dit niet het geval is, bespreken de leerkrachten, intern begeleider en directie wat er nodig is om dit wel te bereiken in de groep.
Reforming (evaluatie)
Fase waarin duidelijk wordt dat het einde van de groepssamenstelling nadert, dit is aan het einde van het schooljaar. Dit kan gevoelens van afscheid oproepen. Als leerkrachten zijn we ons bewust van deze fases en voeren we samen met de klas activiteiten uit die passen bij de verschillende fases. Samenwerkingsactiviteiten zijn bijvoorbeeld erg helpend bij een positief groepsvormingsproces. Door veel met elkaar samen te werken, leren leerlingen elkaar beter kennen en begrijpen. Daarnaast versterk je het wij-gevoel in de klas als ze samenwerken aan een gezamenlijk doel. Ook is vertrouwen een belangrijk onderdeel, vertrouwen hebben in anderen en vertrouwen krijgen. Dit kunnen fysieke vertrouwensoefeningen zijn, zoals een weerbericht op elkaars rug tekenen, kinderen leren hierbij grenzen aan te geven ‘doe eens ietsje zachter’ en leren zo ook te luisteren naar de grenzen van een ander. Een ander voorbeeld is: met de ruggen tegen elkaar op de grond zitten. Armen in elkaar gekruist en probeer dan allebei tegelijk op te staan zonder elkaar los te laten.
Schoolregels
Aan de start van een schooljaar stelt de leerkracht samen met de kinderen afspraken op. Met deze afspraken beloven we elkaar dat we ons best doen voor een fijne sfeer in de groep. De kinderen zetten onder deze afspraken hun handtekening. Naast deze afspraken zijn er ook schoolregels. Deze regels zijn zichtbaar door de hele school en in de klaslokalen. Elke twee weken staat er een regel centraal in de school.
Door deze school- en groepsregels trachten we helderheid te creëren voor leerlingen. Vaste afspraken, regels en routines, duidelijke verwachtingen, structuur en kaders zorgen voor voorspelbaarheid. Leerlingen weten waar ze op kunnen rekenen. Dit geeft rust voor de leerlingen én de leraar. Duidelijkheid in structuur is bijvoorbeeld terug te zien in de dagritmes. Bij de onderbouw wordt dit in de klas zichtbaar gemaakt door afbeeldingen, in de midden- en bovenbouw staat het dagprogramma op het bord. Vaste routines zijn elke ochtend de juf of meester een handje geven. Op deze manier wordt elke leerling gezien en begroet.
Het spreekt voor zich dat de regels en afspraken die op school gemaakt worden niet alleen door de leerlingen en leerkrachten gedragen moeten worden. U als ouder bent ook van grote waarde. Het is fijn als we op school merken dat ouders zich ook kunnen vinden in onze afspraken om het voor onze leerlingen zo overzichtelijk mogelijk te houden. Uiteraard kunnen wij begrijpen dat er thuis andere regels en afspraken kunnen zijn dan op school, dit is natuurlijk ook een andere situatie.